Glossar Niederlndisch. Niederlndische bersetzung: Siegrid van Sprang. SCHUBERT-Verlag Leipzig. Achten Sie auf die Konjugation. Let op de vervoeging. Antworten Sie. Geef antwoord. Berichten Sie. Diskutieren Sie in kleinen Gruppen. Discussieer in kleine groepen. Ergnzen Sie die Lcken. Vul de ontbrekende woorden in. Hren Sie. Kreuzen Sie die richtige Antwort an. Kruis het juiste Roemeens Bedrijf Locaal Huren aan. Lesen Sie den Text. Lees de tekst. Lesen Sie den Dialog mit verteilten Rollen. Lees de dialoog met verdeelde rollen. Markieren Sie: Richtig oder falsch? Kruis aan: Juist of fout? Notieren Sie. Schrijf op. Ordnen Sie zu. Sorteer bij elkaar. Reagieren Sie. Schreiben Sie einen kurzen Text. Schrijf een korte tekst. Spielen Sie kleine Dialoge. Speel kleine dialogen. Sprechen Sie die Wendungen nach. Spreek de uitdrukkingen na. Unterstreichen Sie die Endungen. Onderstreep de uitgangen. Toets jezelf. Toets uzelf. Was passt? Wat past? Wissenswertes wetenswaardigheden. Let op!
Het tapijt ligt onder het raam. EDV F. A2-German Sätze-1 Dokument 10 Seiten. Deutschkurs für Ausländer auf muttersprachlicher Basis - Anleitungsbuch. Filiale F. De lamp hangt boven de tafel.
Hochgeladen von
Begegnungen Deutsch als Fremdsprache. Das Dokument enthält ein Glossar mit grammatikalischen Fachbegriffen auf Deutsch und Niederländisch. Sprachniveau A1+. Niederlndische bersetzung. Glossar Niederlndisch. Es werden verschiedene grammatikalische Konzepte wie. A1 +. Anne Buscha s Szilvia Szita. Verblijf bij deze villa in Burdaard. Geniet van voorzieningen als een tuin, tennisbanen en een koffiezetapparaat op de kamer. Sprachniveau. huur (F.) Miete (F.), Pacht (F.) huur (M.) van de. bedrijf (N.) Betrieb (M.), Gewerbe (N.), Unternehmen (N.) bedrijf (N.) met huren leihen, mieten.Aussage F. Der Stuhl steht neben dem Tisch. Dokumentinformationen Klicken, um Dokumentinformationen aufzuklappen Das Dokument enthält ein Glossar mit grammatikalischen Fachbegriffen auf Deutsch und Niederländisch. Affektionswert M. Ik ben thuis. Het spijt me. De prijs is met ontbijt. Begegnungen A1 Lehrerschlüssel Dokument 20 Seiten. Er zijn daar veel bezienswaardigheden. Das ist mein Mann. Spanisch Spaans spter later spielen spelen Fuball spielen voetballen Gitarre spielen gitaar spelen Dialoge spielen dialogen spelen der Sport de sport die Sprache, -n de taal sprechen [er spricht] spreken die Stadt, "-e de stad stehen staan stellen neerzetten eine Frage stellen een vraag stellen der Student, -en de student hbo, wo studieren studeren hbo, wo der Tag, -e de dag Guten Tag! Wanneer bent u jarig? Ik hou van de zon. Marlene Abdel Aziz-Schachner. Het museum opent om 9 uur. Kapitel 7 Der Stuhl steht neben dem Tisch. Kapitel 1 die Aufgabe, -n aus Ich komme aus Marburg. Ik heb veel bagage. Wij zorgen ervoor. Wortschatz A1 Mit Bildern Dokument 2 Seiten. Abfertigung F. Het schilderij hang aan de muur. Merk dir das! Ich bin im Restaurant. Het regent hevig. Let op de vervoeging. Friedel Schardt. Ueberarbeitung Glattauer Text Einer Jaehrigen Dokument 2 Seiten. Das ist ein dunkles Zimmer. Gegenzeichnung F. Ich hnge die Lampe ber den Tisch. Cdi xl Dokument 14 Seiten. Het schilderij hangt aan de muur. Hier is geen lamp. Aktieninhaberin F.
